WERELDWIJDE RAMPENBESTRIJDING
HOOP EN HULP BRENGEN
BIJ AZIATISCHE TSUNAMI’S
In december 2004 verwoestten tsunami’s de kusten van Zuidoost-Azië en India en was de schade catastrofaal.
Volledige dorpen werden verwoest en eilanden verdwenen. Onmiddellijk gaven 600 Pastoraal werkers van 28 landen van zo dichtbij als Australië en van zo ver weg als het Verenigd Koninkrijk, Scandinavië, de Verenigde Staten en Latijns Amerika, gehoor aan de oproep en brachten fysieke en geestelijke hulp aan tsunami slachtoffers en reddingswerkers.
De Pastoraal werkers verstrekten een breed scala aan materialen en diensten die de reddingswerkers en ambtenaren het meest nodig hadden. Pastoraal werkers werden ingezet in ziekenhuizen om de overbelaste medische teams te helpen en gaven hulp aan meer dan 300.000 personen. Tegelijkertijd onderwezen zij zoveel mogelijk mensen in de technieken van de Pastoraal werkers, met name in Assisten, procedures om anderen te helpen emotionele ontsteltenis, stress of trauma te overwinnen of de pijn van ziekte of letsel te verlichten. Onder de 50.000 mensen die deze technologie leerden, en die op hun beurt hulp aan tienduizenden meer brachten, waren dokters, verpleegsters, moslimgeestelijken en boeddhistische monniken.
Sinds die tijd heeft deze regio geleden onder onophoudelijke verwoestingen door tyfoons, orkanen en cyclonen, en de Pastoraal werkers zijn keer op keer teruggekeerd om assistentie te verlenen aan slachtoffers en reddingswerkers. In 2007 keerde een team terug naar Indonesië om assisten en reddingshulp te verlenen aan mensen in nood in Jakarta en Sumatra, waar overstromingen tienduizenden mensen dakloos achterlieten. Bovendien vermenigvuldigden zij de beschikbare bronnen voor hulp door aan duizenden personen en groepen workshops te geven over de technieken van de Pastoraal werkers.
“De Pastoraal Werkers zijn een opmerkelijke groep mensen wiens doel het is om werkelijk te helpen om condities te verbeteren. Hun focus is op organisatie en coördinatie. Hun zelfstandigheid en bekwaamheid om alle reddingsactiviteiten te leiden is op dit moment een onontbeerlijke aanwinst voor ons land. Ze werken samen met regerings- en gemeenschapsleiders en helpen met de coördinatie van alle hulpinspanningen. Hun eerste zorg is de effectiviteit van de vakmensen. Dit is een zeer gekwalificeerd en toegewijd team dat een enorme aanwinst is voor ons land.” – Kantoor van de Minister-president, Sri Lanka, december 2004