POSITIE OP DE TOONSCHAAL
Als je iemands niveau op deze schaal kent, kun je veel vaststellen over zijn houding, gedrag en voortbestaanspotentieel.
0.05 tot 2.0
Wanneer iemand bijna dood is, kun je zeggen dat hij zich in chronische apathie bevindt. En hij gedraagt zich op een bepaalde manier. Dit is 0.05 op de tabel van de Toonschaal.
Wanneer iemand chronisch verdrietig is over zijn verliezen dan is hij in verdriet. En alweer gedraagt hij zich op een voorspelbare manier. Dit is 0.5 op de tabel.
Iemand die nog niet zo laag zit als verdriet, maar zich realiseert dat verlies ophanden is, of door eerdere verliezen chronisch vastzit op dit niveau, zit in angst, rond 1,0 op de schaal.
Net boven angst veroorzaken eerdere of dreigende verliezen haat in de persoon. Hij durft dit echter niet als zodanig te uiten, dus de haat komt bedekt naar voren. Dit is 1.1, verborgen vijandigheid.
Iemand die vecht tegen dreigend verlies is in boosheid en manifesteert voorspelbare aspecten in zijn gedrag. Dit is het niveau van 1.5.
Iemand die alleen het vermoeden heeft dat hij een verlies kan lijden of die op dit niveau is vast komen te zitten, is haatdragend. Hij zit in antagonisme, dat 2.0 op de schaal is.
2.0 tot 4.0
Boven antagonisme is de situatie van de persoon niet goed genoeg om er enthousiast over te zijn en niet slecht genoeg om er boos over te zijn. Bepaalde doelen zijn buiten zijn bereik gekomen en hij kan niet direct andere vinden. Van hem kan men zeggen dat hij in verveling zit of op 2.5 op de tabel van de Toonschaal.
Op 3.0 op de tabel staat iemand conservatief en voorzichtig tegenover het leven, maar hij bereikt wel zijn doelen.
Op 4.0 is iemand enthousiast, gelukkig en levenslustig.
Heel weinig mensen bevinden zich van nature op 4,0 op de Toonschaal. Een goed gemiddelde zit waarschijnlijk rond 2.8.
Acute versus chronische Tone
Deze tabel heeft een chronisch en een acuut aspect. Iemand kan langs de Toonschaal omlaag worden gedreven, zich tien minuten lang op een laag niveau bevinden en daarna weer omhooggaan. Of hij kan omlaag worden gedreven, tien jaar lang op een laag niveau blijven zitten en nooit meer omhoogkomen.
Een mens die te veel verliezen en te veel pijn heeft geleden, raakt al gauw gefixeerd op een lager niveau van de schaal en blijft daar met slechts wat lichte schommelingen op zitten. Zijn gedrag zal dan in het algemeen de kenmerken vertonen van dat niveau van de Toonschaal.