DE EXACTE WETENSCHAPPEN EN DE GEESTESWETENSCHAPPEN MET ELKAAR IN EVENWICHT BRENGEN

Met de enorme vooruitgang van de natuurwetenschappen in de twintigste eeuw is door de menswetenschappen geen gelijke tred gehouden. De kennis van de mens over het materiële universum had een ontzettende voorsprong verkregen op de kennis die de mens over zichzelf had. De problemen die uit een dergelijke onevenwichtige situatie voortvloeien, zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de maatschappelijke destabilisatie en de dingen die onze toekomst bedreigen. Toen Scientology in het begin van de jaren '50 opkwam, symboliseerde ze voor velen het herstel van het evenwicht.

Ondanks de talrijke successen van de wetenschap, heeft deze nog geen antwoord gegeven op vragen die de mens al sinds onheuglijke tijden stelt: Wie zijn wij? Waaruit bestaan we? Waar komen we vandaan? Waar gaan we naartoe? Wat zijn wij aan het doen?

Juist deze vragen lagen altijd op het terrein van de filosofie en de godsdienst, maar in het aanzicht van de waterstofbom leken de traditionele antwoorden bij lange na niet toereikend.

Maar Scientology maakte gebruik van dezelfde vooruitgang in kennis die leidde tot het ontstaan van de kernfysica en bood hedendaagse antwoorden op deze vragen. En ze leverde bruikbare toepassingen, waardoor de mens de mogelijkheid geboden werd een oude doelstelling te verwezenlijken waar hij al duizenden jaren naar gestreefd had: zichzelf te leren kennen, van daaruit anderen te leren kennen en te begrijpen en uiteindelijk het leven zelf.